Toen Lodewijk XVI, Marie Antoinette en de kroonprins in de Temple gevangen zaten, werden zijn door het Parijse volk "de bakker, etc.” genoemd, zoals de titel van het stuk luidt.
 De verhouding tussen de koning en de koningin die ontzettend slecht was, kreeg, nu beiden op de dood onder guillotine zaten te wachten, allerlei zoetsappige kanten en de kroonprins die nooit iets anders dan de vreselijkste ruzies tussen zijn ouders had meegemaakt, zag dat met evenveel hoop als verbijstering gebeuren.

De Kleine Toto.
Aan het eind van het tweede bedrijf leert de kleine Toto op last van zijn vader uit zijn geschiedenisboek. En lezend over Lodewijk XVI en Marie Antoinette en over hun gedrag ten opzichte van elkaar, ziet hij in zijn gedachten of in zijn droom zijn vader en moeder voor zich in de gedaante van de koning en koningin, pratend met elkaar met de dood in zicht: mild, vol begrip, vergevend, zoals dat voor de kleine Toto utopisch aandoet en onwerkelijk en vals. Het stuk gaat hier verder over de nachtmerrie van Toto.
 

Tekst: Jean Anouilh

Regie: Frans Werkman
 

Spel: Johan de Graaff, Ria Lourens, Mia Boetes, Merel van Zanten, Lies Knapp, Theo Albers, Steph Westerveld, Linda van Egmond, Carla Benjamin, Henk in’t Hout, en een aantal leerlingen van de Maria Immaculataschool.
 

Grime : Cora Diels
Grime indianen: Carry Werkman.

De Engelenbak vraagt DOSTO om een reprise in 1981. In verband met een verbouwing van De Engelenbak wordt die gespeeld in De Balie. 

Opvoering in het kader van de finale van Festival het Nationaal Landjuweel in de Stadsschouwburg van Haarlem. In aanwezigheid van prinses Juliana in haar hoedanigheid als beschermvrouwe van het Nationaal Landjuweel.