Johan de Graaff (erelid)

Johan was één van de oprichters van DOSTO. In 2012 heeft hij officieel afscheid genomen met een prachtige rol in het jubileumstuk ERFSTUK. Hij is toen benoemd tot Erelid. Ook al is hij officieel gestopt met spelen, hij helpt ons dit seizoen uit de brand door invulling te geven aan een hele kleine rol in DRIE ZUSTERS. In 2012 verscheen in een van onze nieuwsbrieven het onderstaande interview met hem.

  

Wie is Johan de Graaff?

Ach, wat een moeilijke vraag. Een Amsterdamse straatjongen uit Amsterdam West. Die na 3 jaar HBS en 5 jaar kweekschool meteen voor de klas is gaan staan. In een achterstandswijk. In Kattenburg, dat was toen nog een achterstandswijk.
 

Hoe is Dosto begonnen?

Aanvankelijk maakten we onderdeel uit van de jeugdcentrale van de kerk. Daar zaten allerlei verenigingen bij. Vanuit die jeugdcentrale speelden we eerst een of twee stukken. Maar we hadden een wijdere blik, wilden meer en hadden ook wel talent. Daarom hebben we onze eigen vereniging opgericht. We wilden er een instituut van maken. Dat was met Andries Kok, de zoon van de koster, en Henk Hanenburg, de zoon van de kapper.

We speelden in de Bethelkerk in West en de Pniëlkerk in Bos en Lommer, waar nu het Podium Mozaïek zit. Aanvankelijk voor de jaarlijkse feestavond. Zo hebben we een keer gespeeld in Krasnapolsky. En in Marcanti bij de voedselhallen in West, dat stond voor markt kantine. Wij vulden een groot deel van de feestavond in met een stuk dat half avondvullend was. Het jeugdkoor verzorgde ook een gedeelte.

Maar we hebben ook in kleinere zaaltjes gespeeld. Op de website van Dosto staat een heel overzicht van alles wat we hebben gespeeld. Ik heb ook nog een grote doos staan. Daar zit alles in. En daar gaat af en toe weer wat bovenop. Ik moet daar weer eens in kijken.

Hoe dat kerststuk heet waarin Ria haar eerste rol speelde? Dat weet ik niet meer, maar dat moet op de website staan. Of in mijn doos zitten. Henk in 't Hout werkt aan de geschiedenis op de website en af en toe komt er dan een vraag van hem aan mij binnen.

We zaten al snel op niveau. Speelden al vrijwel meteen serieuze werken. Zoals Molières Schelmenstreken.  

Mijn betrokkenheid bij Dosto is enige tijd onderbroken geweest toen ik op Aruba woonde. Daar heb ik ook stukken gespeeld. We werden daar begeleid door beroepsacteurs. Die waren vanuit Nederland uitgezonden om toneel in het Papiaments te stimuleren. Voor hun eigen lol deden ze dan een keer in de week een Nederlands clubje. Zo heb ik daar gewerkt met Elly Kramer en Dolf de Vries. Die is ook wel een goede vriend geworden.

Ik heb ook zelf wel een stuk geregisseerd. Een poëtisch stuk over vijf wijze en vijf dwaze maagden. Daarvan herinner ik me dat de vijf wijze maagden nog olie hadden toen deze op was.  

Wat zijn je leukste, grappigste of meest bizarre herinneringen aan je tijd bij Dosto?

Wachten op Godot is de beste herinnering aan mijn acteurscarrière. Een mooi stuk. Op niveau spelen. Het stuk, En Attendant Godot, was in Parijs in première gegaan. Het was het begin van moderner toneel. Het was van de Ierse schrijver Samuel Beckett. Later is er ook een Engelse vertaling gekomen. En daarna hebben wij het dus ook gespeeld.

Ik heb ook het genoegen gehad om de verlamde kunstenaar te mogen spelen in Whose Life Is It Anyway. Een stuk dat baanbrekend was op het gebied van de euthanasie. Een heel mooi stuk dat ik eerder al in Londen had gezien.

Een vondst van de regisseur vond ik de keuze in De Fysici om de wetenschapper met de bochel een andere handicap te geven. Dat werd een rolstoel. Carla Benjamin speelde die rol en die kon geweldig met die rolstoel overweg. Ze schoot over het toneel en maakte scherpe en onverwachte wendingen. Een geweldige vondst van die regisseur.  

Hoe ervaar je je betrokkenheid bij Erfstuk, je afscheidsoptreden?

Ik vind het heel leuk. Ik dacht aanvankelijk dat er meer citaten in zouden zitten van het toneelstuk dat het personage Adriënne als regisseur van Theatergroep Esprit heeft uitgekozen. Ik vond het verrassend dat dat uiteindelijk beperkt bleef tot twee scenes. Maar het is een mooi stuk. Het geeft reden en aanleiding tot spel.

Ik ben er niet rouwig om dat dit mijn laatste productie wordt. Ik heb veel gedaan. Nu vind ik het ook een beetje gedoe. Maar ik blijf kijken. Ik zie veel toneel. Toneel heeft altijd mijn hart gehad. Zingen en toneel.  

 

Klik hier om terug te gaan naar de Ledenpagina. 

E-mail