Meneer Biedermann is een welgesteld man. Hij heeft een goedlopende zaak in haarwater. Toch heeft hij het nodig gevonden om een van zijn personeelsleden te ontslaan: een zekere Knechtling. Deze had een aandeel in de winst gevraagd van een uitvinding die hij gedaan had. Dat was natuurlijk onzin want Knechtling weet beter dan wie ook dat die haarwatertjes je reinste verlakkerij zijn! Biedermann is heus geen onmens, maar hij laat niet over zich lopen. In zijn stamcafé kennen ze hem allemaal als een flinke vent. Zoals hij van leer kan trekken tegen brandstichters! Dan komt er een werkloze bij hem; een ex-worstelaar uit een circus dat afgebrand is. Biedermann is doodsbenauwd en durft de man niet buitengooien. Op zijn beurt nodigt deze de kelner Eisenring uit. Het restaurant waar hij werkte is afgebrand. Biedermann wordt steeds banger. Daar is wel reden toe want 's nachts halen de "heren" een heleboel vaten benzine naar de zolder en zijn ze ijverig bezig met het aanleggen van een lont...!